
Mineralogische eigenschappen
- Samenstelling: CaF2. Dit betekent dat fluoriet bestaat uit calcium en fluor.
- Kleur: Veel variaties, waaronder paars, groen, geel, blauw, roze, kleurloos en meer.
- Glans: Glasachtig.
- Hardheid: 4 op de schaal van Mohs, wat betekent dat het relatief zacht is.
- Transparantie: Doorzichtig tot doorschijnend.
- Kristalstelsel: Kubisch, wat betekent dat de kristallen vaak in de vorm van kubussen of octaëders groeien.
- Mineralen groep: Halogeniden.
Ontstaan van fluoriet
Fluoriet vormt zich in hydrothermale aders, vaak in associatie met andere mineralen zoals kwarts, calciet en sulfiden. Het ontstaat wanneer water dat rijk is aan calcium en fluor, ondergronds neerslaat in open ruimtes van gesteenten. Dit proces leidt tot de vorming van de kenmerkende kubische kristallen. Fluoriet wordt vaak gevonden in lagen met metalen zoals lood en zink, wat het een veelgezocht mineraal maakt in mijnbouwgebieden.
Geschiedenis
De naam fluoriet is afgeleid van het Latijnse woord “fluere,” wat “vloeien” betekent, omdat het mineraal in de oudheid werd gebruikt om metalen gemakkelijker te laten smelten. Fluoriet is al sinds de oudheid bekend en werd gewaardeerd om zijn kleurrijke uitstraling. In de 19e eeuw werd ontdekt dat sommige exemplaren fluoresceren onder ultraviolet licht, een eigenschap die naar dit mineraal is vernoemd.
Bijzondere kenmerken
Fluoriet staat bekend om zijn indrukwekkende kleurenvariatie, die het een van de meest kleurrijke mineralen maakt. Het vertoont vaak fluorescerende eigenschappen, wat betekent dat het oplicht onder ultraviolet licht. Bovendien kan fluoriet perfect splijten in vier vlakken, wat resulteert in kristallen met scherpe geometrische vormen. Dit maakt het mineraal populair bij verzamelaars en voor decoratief gebruik.
Interessante weetjes
- In de middeleeuwen geloofde men dat fluoriet genezende krachten had en gebruikt kon worden om ziektes te verdrijven. Dit maakte het een gewild mineraal voor amuletten en talismannen.
- De fluorescerende eigenschap van fluoriet werd in de 19e eeuw ontdekt en heeft geleid tot de naam “fluorescentie.”
- Het mineraal wordt gevonden op veel locaties wereldwijd, waaronder China, Mexico, Zuid-Afrika en Duitsland.